Ingrediënten

Voor 12 stuks:
-500 gram mix voor witbrood
-30 gram boter/margarine
-400 gram (mager) varkensgehakt
-3 eieren
-5 eetlepels droog broodkruim
-zout (niet uit de molen)
-peper (niet uit de molen)
-snufje gemalen kruidnagel
-snufje gemalen nootmuskaat

Bereidingswijze

Maak het brooddeeg volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking met de boter/margarine en 3 deciliter water. Laat het deeg volgens de gebruiksaanwijzing ongeveer 10 minuten rijzen in een met plastic folie afgedekte kom. Kneed hierna het deeg met de handen nogmaals goed door en verdeel het deeg in 12 stukken. Rol elk stuk uit tot een rechthoek van ongeveer 12 x 16 centimeter.
Meng het gehakt met 2 eieren, broodkruim, zout en peper, kruidnagel en nootmuskaat. Vorm van het gehaktmengsel 12 dunne worstjes. Bestrijk de deegranden met water en rol elk worstje in een plakje deeg. Druk de naden goed vast. Leg de broodjes met de naas naar beneden op een met bakpapier bekleedde bak-plaat en laat de broodjes, afgedekt met een doek nog 15 minuten rijzen.

Warm de oven 10 minuten voor op 200 graden Celsius.
Klop 1 ei los met 1 eetlepel water en bestrijk hier de broodjes mee. Bak de broodjes in ongeveer 25 minuten gaar en lichtbruin in het midden van de oven. Bestrijk de broodjes uit de oven dun met water en laat ze op een rooster iets afkoelen.

Tip 1: Probeer niet zoals ik, eerlijk gezegd, een light-versie te maken met mager rundergehakt, dat smaakt dus naar een lap leer, want het vet van het gehakt moet een beetje in het brood trekken.

Tip 2: Brabantse worstenbroodjes smaken lauwwarm het lekkerst.

Tip 3: Smaak geven met zout en peper is belangrijk, maar moeilijk aan te geven in hoeveelheden, naar smaak dus.